1+1=6

Blijde verwachting

Je zou die acht jaar wanhoop bijna vergeten. Voor een stel dat menselijkerwijs gedoemd was kinderloos te blijven, stonden we al een tijdje als ‘wonder’ te boek. Dat we nu ineens in een tiny house bleken te wonen, was voor ons dus geen reden om een klacht in te dienen.

‘Ik wist dat we er nog een zouden krijgen’, zei ze.

‘Ja, jij weet altijd dingen…’ gaf ik terug. ‘Maar oké, wat is het verhaal?’

‘Toen ik onze derde in de buggy legde, hoorde ik Gods stem’, vertelde ze nuchter. ‘Hij zei: “Dit zal niet je laatste zijn.”’

Daar kan ik dus stikjaloers op worden, hè? Ik denk wel eens dat Mirjam een andere provider heeft of zo. De Here God moet mij vaak herhaaldelijk aan m’n mouw trekken. Bijna als een soort rekenquiz. Is Zijn antwoord ‘2’? Dan volstaat ‘1+1’ gewoon niet. En ‘4–2’ komt ook niet aan. Pas bij ‘2×5+3–11’ denk ik een keertje: ‘Zou God ‘2’ bedoelen?’

Nachtmerrie

Het was in haar 2e termijn, toen mijn lief ineens onderuit ging. Pas na 45 minuten werd ze gevonden. Met een dodemansrit van 170 km/uur raceten we naar de trauma-afdeling van het Erasmus MC. Zo’n twintig man snelden toe.  Binnen seconden werd ze aangesloten op allerlei meters. Een bliksem briefing. Gespannen gezichten.

Iemand duwde een stoel in m’n knieholte. Een hand op m’n schouder deed me zitten en ik hoorde: ‘We gaan er alles aan doen om haar in leven te houden.’

‘Ze is zwanger…’ stamelde ik nog.

Betekenisvolle blikken. Een man met een stethoscoop antwoordde: ’Het is vreselijk, maar ik moet u dit eerlijk vertellen: die kleine gaat het niet halen.’

Dagenlang zweefde ze tussen leven en dood met de baby in haar buik. Ik zat als verdoofd naast haar. Ze leek rustig zo. Een piepende hartmeter als enig teken van leven. Ik probeerde de beademingsapparatuur weg te denken. Zou ze hier ooit uitkomen?

De één of de ander

Drie specialisten kwamen binnen om 1 uur ’s nachts. ‘Slapen deze mensen nooit?’ dacht ik nog. De eerste operatie had het bloeden in haar hoofd niet gestopt. Een tweede was nodig. Ingrijpender. Langer.

‘Weet wel: de vrucht is bezwaarlijk… maar morgen is het week 24, dus de beslissing is aan u.’

Bizar dat een datum het lot van twee levens in mijn handen legde. En ‘de vrucht?’ Hij heette Maitiu.

‘U moet zich goed beseffen: zijn overlevingskans is hoogstens 5 tot 10%. En geen moeder, geen kind…’

Na een half uur, legden de medici zich neer bij mijn irrationeel keuze. Vastklampend aan het Woord van het leven dat God had gesproken.

Gods stem verstaan bleek bittere noodzaak: Mir kwam terug, Maitiu werd geboren, ons huis te klein… En ik bid wat vaker met David: Spreek Heer, want ‘houdt U Zich stil voor mij, dan ben ik aan hen gelijk die naar het graf gaan. (Ps. 28:1-2)

Deze column werd eveneens gepubliceerd in (F)Luister Magazine.